David van Bourgondië was een Utrechtse bisschop die vanwege vijandelijkheden in de stad Utrecht verhuisde naar Wijk bij Duurstede. Hierdoor kreeg Wijk bij Duurstede een enorme impuls.
David van Bourgondië werd in 1427 geboren in Atrecht (Arras). Hij was een bastaardzoon van de Bourgondische hertog Filips de Goede. Zijn vader had 30 maîtresses en minimaal achttien bastaardkinderen, waarvan David er één was. Filips wilde dat zijn nakomelingen goed terecht kwamen en zodoende werd David op zijn 12e proost van Sint Donaas in Brugge en kanselier van Vlaanderen. Op zijn 25e kreeg hij de bisschopswijding.
David van Bourgondië als bisschop van Utrecht
Op 3 augustus 1456 werd de 28-jarige David van Bougondië bisschop van Utrecht. Het Nedersticht zag meer zitten in Gijsbrecht van Brederode, maar legde onder druk van Filips de Goede (hertog van Bourgondië) er zich bij neer. Het Oversticht moest met geweld worden overtuigd. Daarvoor trokken zoon David en vader Filips met een flink leger naar het Oversticht.
Nadat het Oversticht was onderworpen trok Filips zich terug en moest David zijn eigen boontjes doppen. In het Nedersticht was ondertussen een nieuwe strijd uitgebroken en daar had David direct zijn handen vol aan. Pas in juni 1458 werd hij toegelaten in de stad Utrecht.
Kasteel Duurstede
David vond de sfeer in Utrecht niet geweldig en besloot in 1459 te gaan wonen in Kasteel Duurstede. De hele hofhouding van David verhuisde mee naar Wijk bij Duurstede. Het kasteel Duurstede werd hiervoor uitgebouwd, waardoor er 75 vertrekken bijkwamen. Ook werden er nieuwe grachten gegraven en een van de hoektorens werd omgebouwd tot een Bourgondische toren van 41 meter hoog.
In deze toren bevond zich het woonvertrek van de bisschop. Het bisschopshof in de Servetstraat in Utrecht zou door David nauwelijks worden gebruikt. Het kasteel Duurstede had ook een bibliotheek met manuscripten. Het personeel dat niet in het kasteel terecht kon, ging in de stad Wijk bij Duurstede wonen.
De komst van David van Bourgondië leverde de stad Wijk bij Duurstede een enorme impuls op. Op de Rijn werd tol geheven en met deze inkomsten werden de straten geplaveid en werden nieuwe huizen gebouwd. De stad kreeg van David van Bourgondië recht op het innen van tol en het slaan van munten. Verder stemde hij erin toe dat er twee extra jaarmarken werden houden.
Hoogtepunt
David van Bourgondië kon zich met de Bourgondische macht op de achtergrond tussen 1470 en 1477 de machtigste bisschop van Europa noemen. Er werden munten geslagen in Wijk bij Duurstede en veel inwoners leverden diensten aan het kasteel.
Tijdens de periode van bisschop David nam de bouw van de Utrechtse Domkerk een grote vlucht. Het dwarsschip werd voltooid en er werd een begin gemaakt met het schip van de kerk. Ook had hij een kring van geleerden om zich heen verzameld en wilde hij een eind maken aan de corrupte rechtspraak.
In 1470 nam hij de gebroeders Reinoud en Gijsbrecht van Brederode gevangen. Beiden werden gemarteld om tot een bekentenis te komen. Van Reinoud neemt hij in 1473 de ridderorde van het Gulden Vlies af. Nadat de Brederodes vrijkwamen duurde het niet lang voordat ze zouden overlijden.
De Stichtse Oorlog
Na het overlijden van zijn halfbroer Karel de Stoute had David minder steun. In 1481 werd hem de toegang tot de stad Utrecht ontzegd. Er braken opnieuw ongeregeldheden uit in het Nedersticht die een aantal jaar duurden. Uiteindelijk in 1483 weet David van Bourgondië de stad Utrecht te heroveren. Lang duurde dit niet, want 12 dagen later werd de stad weer aangevallen en werd David van Bourgondië naakt op een mestkar gebonden en naar Amersfoort afgevoerd. Daar bleef hij tot september toen hij door Maximiliaan van Oostenrijk werd bevrijd en als bisschop van Utrecht in ere werd hersteld.
David richtte zich na deze oorlog op het herstellen van zijn financiële situatie. Vanaf 1486 werd de kerk in Wijk bij Duurstede uitgebreid en werd begonnen met de bouw van de kerktoren. In zijn laatste jaren kreeg David jichtaanvallen en werd hij dement. Hij overleed in 1496 op 69-jarige leeftijd en werd begraven in de Oude Kerk te Wijk bij Duurstede.