Bonifatius in Wijk bij Duurstede

Bonifatius in het Rijksmuseum

In het jaar 716 komt de Engelse Benedictijner monnik Winfried vanuit Engeland naar Dorestad. Via de Lek komt hij per boot aan in de handelsstad op de grens van het Frankische en Friese rijk. Het is geen gunstig moment, want de Friezen die eerder waren verdreven zijn volop aanwezig. Daarbij zijn de kerken die Willibrordus en zijn monniken hadden gesticht verwoest.

Winfried trekt in de zomer van 716 naar Utrecht en spreekt daar met de Friese koning Radbod over de mogelijkheid om te kunnen preken in zijn rijk. Dit heeft geen succes en in de winter keert hij naar Engeland terug. Op de Markt in Wijk bij Duurstede in de buitenmuur van de Grote Kerk is een reliëfsteen te zien die in 2016 is onthuld en herinnert aan de aankomst van Winfried 1300 jaar eerder. Winfried is na 716 nog een aantal keer in Wijk bij Duurstede geweest. De laatste keer was hij overleden.

Winfried wordt Bonifatius

In 718 reist Winfried naar de paus in Rome. De paus verleent hem het recht om de Germanen te bekeren tot het christendom en geeft hij Winfried de naam Bonifatius. Het zou het begin zijn van tientallen jaren verblijf op verschillende plaatsen in het huidige Duitsland en later het huidige Nederland.

Gedenkteken Bonifatius in de muur van de Grote Kerk in Wijk bij Duurstede
Gedenkteken vanwege de aankomst van Bonifatius in de muur van de Grote Kerk in Wijk bij Duurstede

Ondersteuning aan Willibrord

Nadat de Franken de macht in 719 weer hebben teruggegrepen pakt de eerder gevluchte Willibrord zijn missiewerk weer op. Hij krijgt assistentie van Bonifatius die op dat moment in Antwerpen is. Bonifatius sticht rond het jaar 720 kerken in Woerden, Breukelen en Velsen. Het grootste deel van Holland is dan onbegaanbaar moeras en alleen de kuststrook en langs de rivieren is bewoning mogelijk. Het Christendom krijgt definitief voet aan de grond in grote delen van het huidige Nederland.

Aartsbisschop van Germaanse missiegebied

Bonifatius is vervolgens lange tijd in het huidige zuiden van Duitsland actief. Na het jaar 736 is hij actief langs de Rijnoevers. In 744 stichtte hij de abdij van Fulda. Als aartsbisschop van het hele Germaanse missiegebied zetelde hij in Mainz.

Vermoord bij Dokkum

In het jaar 753 komt hij opnieuw aan in Dorestad. Met een boot zakt hij vanuit Mainz de Rijn af. Daarna trekt hij door naar Friesland, waar hij op 25 kilometer afstand van Dokkum samen met enkele tientallen anderen op 5 juni 754 wordt gedood. Via Utrecht en Dorestad wordt zijn lichaam naar Fulda gebracht, waar hij wordt begraven.