Beschrijving
Het eerste nummer van 2025 bevat weer verschillende interessante artikelen.
Charles Testas
In de zomer van 1898 koopt Charles Testas een auto. Als inwoner van Houten is hij daarmee de eerste geregistreerde autobezitter in de provincie Utrecht. De auto wordt in die jaren niet direct positief ontvangen en de wegen zijn ongeschikt voor deze uitvinding. De Houtense autopionier levert een bijdrage aan de acceptatie van het automobiel, dat hij ziet als het vervoermiddel van de toekomst. In een uitgebreid artikel gaat auteur Frank Magdelyns in op de eerste jaren van de auto gezien vanuit autoveteraan Charles Testas.
Het keren van de Wijkse stoomtram
Van 1885 tot 1931 verzorgde de Ooster Stoomtram-Maatschappij (OSM) het vervoer op het tracé Doorn-Wijk bij Duurstede. Dit was een enkel spoor waarbij de tram heen en weer reed tussen deze twee plaatsen. Het eindpunt in Wijk bij Duurstede bevond zich op de Dijkstraat, alwaar de tram moest keren. Bob van den Heuvel legt uit hoe het keren van de tram ging. En dat is anders dan wat op het monument op de Dijkstraat staat.
Was Wijk bij Duurstede een vrijstad?
Vrijsteden waren steden, soms gelegen in omstreden strategisch gebied of bevolkt door een gemengde bevolking. Op grond van een verdrag tussen de omringende staten of van een internationale organisatie hadden ze een autonome status of werden ze bestuurd door een mandaatsregering. Het mocht een toevluchtsoord zijn voor door grensverschuivingen stateloos geworden personen. Was Wijk bij Duurstede ook een vrijstad vraagt auteur Pieter Tijburg zich af?
Van herberg De Groene Jager naar boekhandel Pettinga
Aan de hand van een kleine speurtocht naar een oud huis laat Jelle Vonk, medewerker van het RAZU zien hoe onderzoek kan gaan en wat er allemaal voor leuks is te vinden in het archief.
Verder kijkt Ad van Bemmel naar een proefschrift uit 1897 van de in Wijk bij Duurstede geboren Wouter van Zijst. De tekst liegt er niet om. Onvervalst witte superioriteit en racisme zouden we nu zeggen. Hans van Felius heeft een aanvulling op het in ons vorige nummer gepubliceerde artikel over wapenborden en we kijken kort naar de grote muntvondst in Bunnik.
Het tijdschrift bestaat uit 24 pagina’s.

