Monniken en monialen in het moeras

Mevrouw Broer heeft een voortgezette studie gemaakt over de St. Laurensabdij en dat was goed te horen. In een warme, maar goedgevulde zaal (70 toehoorders aanwezig) in Bunninchem werd aandachtig geluisterd naar het relaas over de stichting van het klooster (op instigatie van bisschop Godebald) omstreeks 1122.

Dat was oorspronkelijk een dubbelabdij, (dus ook met monialen) en werd ontdubbelt door de stichting omstreeks 1139 van een vrouwenklooster te de Bilt, op de plek waar nu het K.N.M.I. is gevestigd. Daar zijn nog enkele resten van ontdekt.

Dat het geen rijkdom was , werd duidelijk doordat er ook inkomsten moesten worden gegenereerd uit bosgebied nabij Woudenberg. Dat was geen succes.

Na de pauze werd ook aandacht besteed aan de afdamming van de (Kromme) Rijn in datzelfde jaar. De ontginningen ten westen, richting Utrecht en ten Noorden richting de Vuursche, waren wel succesvol. Het klooster heeft tot de 16e eeuw bestaan en er zijn geen fundamenten opgegraven in het gebied van Oostbroek.

Na afloop werden er nog enkele vragen gesteld en leuk nagepraat, nabij de tafel met boeken van haar hand. Daar werd goed van verkocht.

Al met al een leuke avond, mede door de lezing van Frits van Oostrom, zo’n vier maanden geleden, over Jan van Brederode, waar ook het kloosterleven ter sprake kwam, maar dan van een eeuw later.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

zestien − 7 =